De Valkreek

Navigeer

De Valkreek en de uitwateringssluis: polderbeheer

In zuidelijke richting heeft men vanaf hier een fraai uitzicht op de directe westelijke omgeving van Colijnsplaat met onder meer de stellingmolen Nooit Gedacht (1864), die nog regelmatig draait, maar niet meer maalt. Het Kleine Faal, later de Valkreek geheten of in de volksmond de Valle, meandert daardoorheen. Deze kreek liep al in de middeleeuwen door de veengebieden en slikken hier. Hij mondde uit in de Schelde. 

Dit water markeerde de grens tussen het middeleeuwse Noord-Beveland en noordoostelijk daarvan een schorrengebied, de Colijnsplaat geheten. Het oude eiland verging echter door watersnoden in 1530 en 1532. Een deel van de Colijnsplaat, naamgever van het latere dorp, werd met de herontginning van het eiland in 1598 bij het nieuw-aangelegde Noord-Beveland getrokken. Daarmee breidde het eiland in vergelijking met voorheen fors uit in noordoostelijke richting. Met zijn bijna 1700 hectare bood het plaats voor twee aan de tekentafel ontworpen dorpen: Colijnsplaat en Kats.

Ook in de middeleeuwen had er al een dorp Cats bestaan met een toentertijd tamelijk bekend kasteel. Die lagen echter meer in zuidelijke richting dan het huidige Kats. Colijnsplaat echter was helemaal nieuw. Wel zijn er bij de aanleg en bebouwing vanaf 1598 stenen uit het verdronken Kortgene gebruikt.

De 1700 hectare van de huidige Oud-Noordbevelandpolder is het eerste stuk eiland dat weer aan de zee werd ontworsteld. Binnen een halfjaar tijd werd aan de hand van een plan van landmeters in dienst van de Oranjes in totaal circa 22 kilometer dijk opgeworpen rond een omvangrijke opwas. Honderden mensen en paarden waren daarbij betrokken. In de loop van de volgende eeuwen kwamen daar steeds nieuwe polders bij tot Noord-Beveland zijn huidige vorm bereikte. Voortdurend moesten echter ook stukken land weer aan het water worden prijsgegeven. Vooral aan de noordkant van het eiland getuigen de talrijke vogel- en plantenrijke inlagen, de in zee stekende resten van gebroken dijken en de grillige loop van de huidige zeewering nog van deze gedurige strijd op leven en dood.

Het gemaal

Door de aanleg van de Oud-Noordbevelandpolder in 1598 was de monding van de Valkreek afgesloten van de Oosterschelde. Om te zorgen dat overtollig water uit de polder toch kon worden afgevoerd naar zee, werd een uitwateringssluis aangelegd. Noord-Beveland ligt niet of nauwelijks onder het normaal Amsterdams peil. Bij eb kan het water toch naar buiten stromen, vanaf 1970 geholpen door een gemaal van Waterschap Scheldestromen, eveneens De Valle geheten.

In het midden van de achttiende eeuw al was de oorspronkelijke uitwateringssluis vervangen door een nieuwe. De ingemetselde gedenksteen achter je rug herinnert hieraan:

OP DEN 11 JULY 1757

IS AAN DEZE SLUYS

DEN EERSTEN STEEN GELEGT

DOOR IONKHEER WILHEM PARKER

Zie ook:

https://scheldestromen.nl

Bekijk de bezienswaardigheid op de kaart